Inwerkingtreding
6 mei 1975
6 mei 1975
14 november 1976
Het Protocol van 1973 bij het Verdrag inzake optreden in volle zee bij ongevallen die verontreiniging door olie kunnen veroorzaken (the Protocol Relating to the Convention Relating to Intervention on the High Seas in Cases of Marine Pollution bij Substances other than Oil): het Interventie verdrag van 1969 werd toegepast op gevallen van verontreiniging van de zee door olie. Maar het vervoer van andere stoffen, meestal chemicaliën, nam toe. Deze chemische stoffen zouden, als ze werden gestort in de zee, ook grote schade kunnen richten aan het zeemilieu. Het was daarom van belang om het verdrag uit te breiden zodat het ook toegepast kon worden op andere stoffen. De Vergadering van Partijen heeft dit protocol aanvaard. Het verbreidt de werking van het Interventie verdrag 1969 tot stoffen die in bijlage I van het protocol zijn omschreven of die karakteristieke eigenschappen hebben die overeenkomen met de stoffen uit bijlage I. Het Protocol trad inwerking op 30 maart 1983.
Het Amendement van 1991: bij dit amendement werd de lijst met stoffen, die werd samengesteld om het protocol van 1973 te assisteren bij de toepassing, gewijzigd. Het trad inwerking op 30 maart 1993.
Het Amendement van 1996: hierbij werd de lijst van stoffen weer gewijzigd en er werden nieuwe criteria ingesteld voor de selectie van stoffen. Dit amendement trad inwerking op 19 december 1997.
Het Amendement van 2002: hierbij werd de lijst bij het protocol van 1973 weer gewijzigd. Het trad inwerking op 22 juni 2004.